
Op zaterdagochtend 19 juli 2025 sprak Peter Duivenvoorde de eigenaren van 8 gekleurde hesjes aan op het terras van Tespelduyn. De gekleurde hesjes werden gedragen door de vrijwilligers van de KNNV Bollenstreek die de flora en fauna van Tespelduyn in kaart brengen met hun Bioblitz, waarover al eerder is gerapporteerd. Vandaag zou de grens van 1000 soorten gepasseerd worden. En Peter had dat haarfijn in de gaten. Die zaterdag werd een dag vol diversiteit aan soorten. Het doel is 1500 soorten. In deze Bioblitz nieuwsflitz een terugblik op die zaterdag.
Nachtvlinderwerk
Het inventarisatiewerk was al gestart in nacht van vrijdag op zaterdag. Paul had zijn LED emmer vrijdagsavonds al neergezet op een plek ten westen van de parkeerplaats. Een LED emmer is een emmer met een LED lamp die nacht- en microvlinders aantrekt in de nachtelijke uren. Vlinders verbergen zich dan op de donkere plekken in emmer en kunnen de volgende ochtend bekeken worden. Paul wist met deze techniek de aanwezigheid van 12 nieuwe soorten op Tespelduyn vast te stellen. Verder zaten er maar liefst 20 Vogelkersstippelmoten in zijn emmer.

Het leven in de Rhodondendrons
Niet alleen wilde planten op Tespelduyn brengen nieuw leven. Ook de aanplant draagt flink bij! Want wat te denken van een Rhodondendronknopvreter en de Rhodondendroncicade? Volgens Adrie van Dam twee soorten die aan elkaar gekoppeld zijn. De knopvreter is een schimmel die al sinds de jaren tachtig bij kwekers van bekend stond. Deze schimmel zorgt voor schade aan de bloemknoppen die dan verdrogen. De plant bloeit dan minder. De Vereniging van Mycologie (paddenstoelenkenners) heeft de soort pas rond 2016 ontdekt en van een naam voorzien.

En deze Rhodondendron-knopvreter wordt weer verspreid door de Rhodondendroncicade die circa 35 jaar geleden de oversteek heeft gemaakt van Engeland naar het vaste land van Europa. Deze cicade is prachtig felgroen gekleurd met oranje strepen en hebben volgens Adrie een vorm die lijkt op de supersonische helmen van de tijdrijders in de Tour de France. Overigens was de Rhodondendron zelf nog niet geregistreerd als 1 van de 1000 soorten op Tespelduyn. Immers in principe worden alleen in het wild levende planten en dieren geregistreerd met de Bioblitz. Organismen trekken zich gelukkig niets aan van grenzen en afspraken die wij als mensen maken.
In de wilgen hangen
Tespelduyn heeft op het landgoed veel water en kent daarom ook veel wilgen. Op die wilgen werden op zaterdag door Agaat enkele gallen aangetroffen. Ten noorden van hole 9 een Krulwilg, die ook wel Kronkelwilg of Chinese wilg wordt genoemd. Hier zag Agaat verschijnselen van een Wilgenheksenbezem. Heksenbezems zijn vergroeiingen van plantknoppen die worden veroorzaakt door de aanwezigheid van mijten. In dit geval de Wilgenbezemmijt. In diezelfde wilg ook een aantasting op de knoppen door een galmug die leidde tot vergroeiingen die we weer gallen noemen. De galmug heet de Wilgentopgalmug. In een andere wilg, een Schietwilg, op de bosrand ten zuiden van hole 8 vonden, we de gallen van een Schietwilgwratmijt. En op een zelfde blad met de gallen van deze Schietwilgwratmijt vonden we ook een wilgenboontje. Een blaasvormige vergroeiing van het blad dat weer wordt veroorzaak door de Blaasgalbladwesp. Volgt u het nog? De vrijwilligers stoppen nog niet met het zoekwerk en zullen hun werk dus niet aan de wilgen hangen.
Parapluval
Michel en Sjaak waren zaterdagochtend het veld opgegaan met een paraplu. Niet vanwege een kans op regen. Maar de paraplu kan dan als val gebruikt worden. De plu wordt ondersteboven onder wat laaghangende takken van bomen of struiken geschoven. Aan de takken wordt dan even geschud: En alle aanwezige insecten vallen dan in de paraplu en kunnen dan snel en makkelijk op naam gebracht worden. Veel tijd is er niet. De meeste insecten lopen of vliegen snel weg op zoek naar een nieuwe schuilplaats. Een loepje is dan wel handig want sommige insecten zijn minder dan een halve cm groot en zijn om die reden niet op naam te krijgen met het blote oog.
Zo zagen zij o.a. Bijvoetbladluis, Bijvoetblindwants, Moerassikkelwants, Zuidelijke groene schildwants, Kruidenspillebeen, Grote schaatsenrijder, Kortvleugelige zaagpoot, Meidoornspillebeen en Tweedoornsmallijf. De Zuidelijke groene schildwants lijkt op de ‘gewone’ groene schildwants, maar is zeldzaam en warmteminnend. De exoot is afkomstig uit Ethiopië en sterft bij winters met een gemiddelde temperatuur die beneden de 5°C ligt. De gewone groene schildwants kan daar wel tegen.

Wantsen uit de vijver van hole 9
Wim had zijn laarzen aangetrokken. Ook hier: Niet vanwege de kans op regen. Maar omdat hij graag onder water struint naar slakken en andere kleine waterdieren. In vijver op hole 9 trof hij een Waterschorpioen aan. Nederland kent eigenlijk geen inheemse schorpioenen. Maar de Waterschorpioen is ook geen schorpioen. Het is een wants met twee lange grijparmen bij zijn kop. Daarmee lijkt de wants op een schorpioen. De wants kan flink bijten en heeft aan de achterzijde een lange, niet intrekbare ademhuis voor het kunnen ademen onder het wateroppervlak. Verder trof Wim een staafwants aan. Deze wants is zeer langwerpig qua vorm en lijkt op een wandelende tak. Ook deze soort werd aangetroffen in de vijver op hole 9.
Andere beestjes in het water
Maud bleef die zaterdagochtend op het droge, maar wist toch het Dwergkroos op naam te brengen. Dwergkroos is één van de vijf eendenkroossoorten die Nederland kent. Eendenkroos wordt ook wel waterlinzen genoemd. Op zondag 20 juli zou Maud met Marijke Wagner op zoek gaan naar Plankton in de verschillende watermilieus op Tespelduyn. Dergelijk werk vereist veel kennis en expertise en we zijn blij dat Marijke ook deze groep van organisme voor ons boven het water weet te krijgen.


Brede wespenorchis
De brede wespenorchis is een orchidee die vanaf juni al aanwezig was op Tespelduyn. Op één plek stonden drie exemplaren. Hoe leuk dan ook weer dat Sarah ontdekte dat 100 meter verderop ook een exemplaar stond van deze prachtige orchidee.
Wildcamera’s en nachtopnames
Binnen het vrijwilligersteam zijn Sarah, Cees, Sjaak een Jim actief geweest om opnames mogelijk te maken met bewegingscamera’s die ook in de avonduren opnames kunnen maken. En recentelijk is daarmee de aanwezigheid van een Waterral vastgesteld in de vijver op hole 8. Dergelijk werk kost veel voorbereidingstijd en Cees heeft op de zaterdagochtend al weer wat inspectiewerk verricht om te kijken welke opstellingen mogelijk zijn om de aanwezigheid marterachtigen vast te kunnen stellen. Tot op heden is gebleken dat dat geen makkelijke opgave is.