Tespelduyn

Geschiedenis van Tespelduyn

Waar ooit duinmeier Maarten van Huchtenburg de konijnen hun hol(e) uitjoeg, jagen golfspelers nu hun ballen een hole in. Op dezelfde locatie waar nu na het golfen wel eens een jenevertje wordt ingeschonken, werd die jenever vroeger illegaal gestookt. En waar eens een duin van zand werd afgegraven is nog niet zo lang geleden een duin van afval opgeworpen. Tespelduijn, of beter gezegd ’t Espelduijn, kent een lange geschiedenis. Cultuurhistorisch gezien zijn er geen tastbare zaken van terug te vinden, maar verhalen des te meer en dat maakt het gebied interessant voor een nadere beschouwing.‘t Espelduijn dankt haar middeleeuwse naam vermoedelijk aan een boomsoort, de Esp. Dit deel van de Hoogeveense polder bestond vanouds uit grote bospercelen.  De “ ‘t ” van het lidwoord “het” werd in de volksmond aan “Espelduijn” geplakt en daarom spreken we nu over Tespelduijn. We kennen ook een Tespellaan die naar de Nieuwe Watering liep en vroeger was er nog ‘t Espelbos. Het Tespelduijn was een klein duin ten oosten van de grote strandwal van het Oosterduin. Eigenlijk niet meer dan een duineilandje omgeven door de eeuwenoude weilanden en bossen van de Darijcampen, de naam voor het gebied tussen Delfweg, Herenweg, Trekvaart en Tespellaan.

Op oude kaarten van het Hoogheemraadschap staat het duintje al ingetekend, pal naast een binnenweg die uitkwam bij boerderij Huis Ter Lugt aan de Delfweg. Het duin is dan ook lange tijd onderdeel geweest van het adellijk bezit Ter Lugt. Vanaf begin 16e eeuw kunnen we met zekerheid eigenaren benoemen, te beginnen met de aanzienlijke Haarlemse familie Van der Laen. Zij speelden een belangrijke rol bij het beheer van het klooster Leeuwenhorst maar ook in het bestuur van het gewest Holland. Deze familie houdt Ter Lugt en het Tespelduijn bijna een eeuw in bezit. De erfgenamen van Nicolaas van der Laen die o.a. in Lisse op het huis Ter Specke wonen, verkopen hun Noordwijkerhoutse bezit in 1598 aan hun juridisch adviseur, de Leidenaar Frans van Dusseldorp. In de lijst van de verkochte percelen komen we een vroege vermelding van het Espelduijn tegen.

“…die Espelduijn, die tegenwoordig in pacht heeft die weduwe van Jacob Claeszoon Foppen (1598)”

Opvallend is de rechthoekige, onnatuurlijke vorm, die het duin begin 17e eeuw al had en vandaag de dag nog altijd herkenbaar is. Mogelijk is dus eeuwen geleden een deel van het duintje afgezand. Als dit rechthoekig perceel in 1832 voor het eerst officieel door het kadaster wordt opgemeten blijkt het ruim 3,5 hectare groot te zijn en wordt als “duin” omschreven. De percelen rond het duin staan als weiland of bos vermeld. De naam Tespelduijn is echter altijd breder gebruikt dan alleen het duintje zelf en daaronder vielen onder andere gronden die nu deel uitmaken van het golfterrein. In de 17e eeuw wordt het Tespelduijn bewoond door de familie van Maarten van Huchtenburg, een duinmeier. Hij leefde van de opbrengst van de konijnenjacht, hield wat vee en verrichtte onderhoud  door helmaanplant. Hij bouwde in 1638 zijn huis op een perceel dat “de helft van 100 nobelen” werd genoemd en pal naast of op het Tespelduijn moet hebben gelegen. Het huis is begin 19e eeuw afgebroken en het Tespelduijn blijft dan ruim 50 jaar onbewoond. Hendrik (Hein) Pennings, die op boerderij Huis Ter Lugt woont, wordt in 1843 eigenaar van het rechthoekige duintje en laat hier 25 jaar later een boerderij bouwen voor zijn dochter Margaretha die getrouwd is met Simon Verdegaal. Dit echtpaar pacht aanvankelijk de boerderij maar krijgt na de dood van Hendrik de gebouwen met 28 hectare weiland toebedeeld uit zijn nalatenschap. Piet, de zoon van Simon en Margaretha Verdegaal is de laatste eigenaar van boerderij Tespelduijn. Piet teelde naast het boerenbedrijf ook bloembollen. Vanaf 1918 is hij onzoldigd rijksveldwachter, de titel die menig jachtopziener kreeg. Maar zoals de meeste koddebeiers stroopt hij ook wel eens een konijntje voor eigen gewin. Illegaal was ook het jenever stoken waar hij eens op betrapt werd. Of dat een rol speelde bij het afbranden van boerderij Tespelduijn in december 1929 is niet bekend maar de politie wilde enkele dagen later toch nog even een goed gesprek met Piet voeren. Het boerderijgebouw is enkele jaren later herbouwd maar nu geheel als bollenbedrijf, met achter het nieuwe woonhuis een hoge schuur. De zoon van Piet Verdegaal, Cor, heeft hier met zijn gezin nog tot 1975 gewoond. Opvallend genoeg is het zuidelijk deel van het rechthoekige duinperceel in 1886 bij de nalatenschap van Hendrik Pennings afgesplitst en eigendom gebleven van de weduwe Krijntje Pennings-Oostdam. Dit zuidelijk gedeelte van ruim 2 ½ hectare heeft dus nooit tot de boerderij Tespelduijn behoord. De oorspronkelijke hoogte van dit duingedeelte is onbekend maar de hoeveelheid duinzand was in ieder geval interessant genoeg om het begin 20e eeuw af te zanden. In 1909 koopt een maatschap uit Lisse dit deel van het Tespelduijn van de weduwe Pennings-Oostdam. In deze zandwinningsmaatschappij speelt de heer Van Hardenbroek een prominente rol, de man die in 1904 de kalkzandsteenfabriek “Arnoud” oprichtte, nu beter bekend als Van Herwaarden. Het afgezande perceel is nog lang eigendom gebleven van de steenfabriek uit Hillegom. In dezelfde periode wordt voor de zandwinning het Steengrachtkanaal aangelegd op initiatief van de baronesse Van Lynden-Van Pallandt (Keukenhof). Het kanaal draagt de achternaam van haar grootvader. Na vijf jaar van voorbereiding en aanvraag van vergunningen is dit kanaal vanaf 1910 in gebruik voor het afzanden van het westelijk gelegen Twistduin, dat eigendom is van de baronesse. Met de afzandingen uit het begin van de 20e eeuw kreeg het landschap de vorm die wij nu kennen. De “berg” van de voormalige vuilstort is gevormd op een terrein dat eeuwenlang deel uitmaakte van het Espelbos. Deze percelen bos kenden een andere eigenarengeschiedenis, zo is  bijvoorbeeld de Roomse kerkgemeenschap van Sassenheim eigenaar geweest. Eeuwenlang heeft menig Noordwijkerhouts gezin de kachel gestookt met hakhout uit het Espelbos dat ’s-winters kon worden gekocht op de jaarlijkse veiling. De bossen zijn reeds lang verdwenen en op de percelen, waar nog een 11 meter diepe put ontstond na zandwinning werd een vuilstort gerealiseerd, die in de jaren zeventig een regionale functie kreeg. In 1982 is deze vuilnisbelt na jaren van discussie definitief gesloten. Als alternatieve functie dachten bestuurders in die tijd aan gebruik van de stortplaats voor bosaanleg, crossterrein of landschapspark. Maar ook een golfterrein werd toen al als optie gezien.

Tot 1975 woont het gezin van Cor Verdegaal op het Tespelduijn, waarna Piet Duivenvoorde het huis na aankoop renoveert en onder meer het bedrijfsgedeelte verlaagt tot beneden het niveau van het woonhuisdak. Waarmee hij een eerste stap zet in de ontwikkeling van het huidige golfcomplex.

Lijst van eigenaren van het Tespelduijn

1548      Gerrit van der Laen
1568      Nicolaes van der Laen (met erfgenamen)
1598      Frans van Dusseldorp
1635      Gerard van Buijtewech
1645      Machtelt van Buijtewech
1677      Gerard, baron Van Wassenaar
1678      Thomas Walraven Van Wassenaar
1726      Gerard, baron Van Wassenaar
1752      Margaretha, douairière Van Wassenaar
1778      Louise van Montmorency-Van Wassenaar
1803      Cornelis van der Elst
1825      David Amelius van Sorgen
1832      Cornelis van den Bosch
1843      Hendrik Pennings
1886      Krijntje Pennings-Oostdam (zuidelijk deel)
Simon Verdegaal, later zoon Piet Verdegaal en kleinzoon Cor Verdegaal (boerderij/huis)
1909      Van Hardenbroek/Van Herwaarden (zuidelijk deel)
1975      Piet Duivenvoorde